maandag 1 februari 2010

Kalender



Geel: Boeddhisme
Groen: Jodendom
Paars: Christendom
Roze: Islam
Blauw: Hindoeïsme

Handleiding kalender

De kalender is gemakkelijk te gebruiken. U ziet steeds per maand aangegeven welke feesten er zijn. Aan de kleur kunt u dan zien bij welke religie het feest hoort. Aan de hand van deze kennis kunt u de bijhorende label aan de linkerkant aanklikken en vervolgens ziet u alle feesten van deze religie. U kunt dan uit het lijstje met feesten, het desbetreffende feest aanklikken. Per feest zijn er dan ook links te vinden naar het lesidee, de verhalen en liedjes.
Veel succes en plezier hiermee.

Golev onderzoek

Achter deze link is het hele onderzoek te lezen

Inleiding

Voor het vak Godsdienst Levensbeschouwing hebben wij ervoor gekozen om ons onderzoek te richten op de religieuze feestdagen. Ons doel is om een overzichtelijke kalender te maken die op vele scholen bruikbaar is. In deze kalender is allerlei bruikbare informatie te vinden die je in onze huidige, multiculturele samenleving eigenlijk eigen zou moeten zijn. Om hier aandacht aan te kunnen besteden, hebben wij er dan ook voor gekozen om een kalender op te stellen. Door deze kalender op basisscholen te gebruiken, kan je als leerkracht makkelijker aandacht besteden aan het religieuze feest. Dit is naar onze mening erg belangrijk, omdat er veel verschillende religies aanwezig zijn op basisscholen. Als leerkracht kun je de leerlingen aan de hand van de informatie van de kalender vertellen over de achtergrond van het feest, maar je kunt dit uiteraard ook lezen om zelf een bepaalde basiskennis te krijgen. Je krijg kennis over de rituelen en tradities en kan hier dan ook wat mee doen in de klas. Bij de feesten zijn lesideeen beschikbaar die zeker goed uit te voeren zijn. Ook zijn er verhalen op kindniveau aanwezig die je voor kunt lezen in de klas om op deze manier de kinderen kennis te geven over het religieuze feest. Als activiteit zitten er bij ieder feest ongeveer twee liedjes, die geven indirect ook veel informatie over de achtergrond en de kenmerken van de religieuze feesten.

Waarom vieren en gedenken met kinderen?

Feest en vieringen vieren op school is erg lastig met het altijd drukke lesprogramma op een school. Maar toch, feest vieren hoort bij mensen. Als onderdeel van de samenleving ben je als persoon, dus ook als kind, in een bepaald ritme gekomen waarin ook feesten de normaalste zaak van de wereld zijn. Door met elkaar te feesten, ontstaat er een verbondenheid tussen de mensen. De mensen komen met elkaar in contact en voelen een verbondenheid.
Maar waarom zou je het vieren op school? Het vieren van feesten en vieringen doorbreekt de sleur van het dagelijkse ritme. Door het breken van het overvolle lesprogramma, en stilstaan bij een gebeurtenis, kan de kracht van een viering zitten (van den Berg, 2007).

Kinderen proberen de wereld te omvatten in spel en rituelen en proberen de rol van volwassenen uit te beelden en emoties uit te drukken. Dit lijkt naarmate ze ouder worden af te nemen, maar de behoefte aan een rituele en symbolische verbeelding blijft bestaan. Ook de oudere leerlingen willen graag meedoen in het spel en met elkaar delen. Kinderen leren graag van elkaar, en horen graag over rituelen en symbolen, zodat ze er iets van voor kunnen gaan stellen. Verder is feest vieren voor kinderen iets heel belangrijks, het is namelijk voor hen een van de mooiste dingen die er is. De beleving van de feesten is voor kinderen erg intens. Ze merken dan met hart en ziel dat ze bij een groter geheel horen. De kinderen leven vaak naar feesten toe en tellen de dagen af tot het feest daadwerkelijk plaatsvindt. Ook het plezier en het scheppen van een band zijn redenen om feesten en vieringen met de klas of school te vieren. Die band die geschept wordt, zorgt voor tegenwicht in de steeds meer naar individualisme neigende samenleving. Vieringen zorgen voor het inspireren van kinderen op het gebied van creativiteit, muzikaliteit, fantasie en expressiviteit. Al deze aspecten komen terug in een feest en kunnen worden behandeld als je het op school viert. De kinderen raken betrokken bij gebeurtenissen die daadwerkelijk plaatsvinden. Ze leren vragen stellen en kunnen emoties delen en gaan verklaren, bij het ervaren van een feest of een viering. Een feest of een viering heeft vaak betrekking tot religies of symbolen. Kinderen vinden het spannend om te ontdekken wat bepaalde rituelen of symbolen betekenen, en kinderen gaan op onderzoek uit en leren over een andere cultuur. Het prikkelt hun voorstellingsvermogen en hun fantasie, waarbij steeds weer nieuwe vragen naar boven komen (Nijenhuis, 2007).
Niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen is vieren, herdenken en gedenken erg belangrijk. Je doet dit namelijk met een reden.

Het vieren van feesten en vieringen worden op verschillende manieren gedaan (Lous, 2008). Het hangt af van de religie, het feest en uiteraard van het gezin zelf. Iedereen heeft namelijk zijn of haar eigen gewoonten en rituelen. Bij de feestdagen zijn dan ook vaste tradities en rituelen die voor onder andere kinderen herkenbaar worden. Zij tonen oprechte interesse in de tradities door te vragen naar de reden waarom deze tradities en rituelen gedaan worden. Bij het vieren op school moet je met enkele dingen rekening houden, om een zo goed mogelijk resultaat te behalen. Door het kind goed bij het feest te betrekken, krijgt het feest extra glans. Het kind kan op deze manier zichzelf zijn en zo zullen zij geloof, hoop en liefde extra ervaren. Zij zien dat er veel liefde om hen heen is, ze komen namelijk samen met onder andere familie en ervaren de verbondenheid. Ook is er op momenten zoals op feesten vaak een positieve sfeer, wat voor veel mensen en dus ook voor kinderen een teken van hoop is. Bijvoorbeeld met Kerstmis wordt het vredig samenleven gestimuleerd, op deze manier krijgen mensen hoop dat er toch vredig samengeleefd kan worden op de wereld. Ook zie je bijvoorbeeld duidelijk in bepaalde liedjes delen van deze elementen terug. Denk aan het liedje “lang zal hij leven” dat op een verjaardag gezongen wordt. Dit geeft aan dat er nog een hele toekomst voor ons ligt. Ook kinderen zullen dit ervaren. De betrokkenheid van de kinderen en samen organiseren van het feest is dus zeker van belang. Verder is het ook belangrijk dat je als leerkracht een goede persoonlijke inbreng hebt. Kinderen kijken altijd op tegen de leerkracht, en als de leerkracht een feest met de kinderen wil delen, zullen zij daar graag aan mee willen doen. Zij zullen extra hun best doen en zich proberen te identificeren met de leerkracht. Ze zullen hun eigen ervaringen dan gemakkelijker willen vertellen en de emoties delen, dan als de leerkracht alles passief beleeft. Ook is het belangrijk dat de leerkracht voor zichzelf weet, wat hij wil gaan bereiken met de viering, en weet waar het om gaat. Hij moet zorgen dat zijn doelstellingen niet voorbij worden geschoten door het enthousiasme van hem en van de kinderen. Zorg voor een duidelijke afbakening van het onderwerp (van den Berg, 2007).

Doordat veel feesten religieus getint zijn zullen de kinderen bewust stil staan bij hun religie en geloofsovertuiging. Zij zullen zich onderdeel van een bepaalde religie voelen, doordat zij op die dag duidelijk betrokken worden bij de tradities van een bepaalde religie. Niet alleen het kind met die religie leert dan van het feest, maar ook de andere kinderen leren hierdoor. Ook is belangrijk voor een kind dat zijn feest dat hoort bij zijn religie, gehoord, gekend en geaccepteerd wordt. Het kind wil dit graag delen met zijn klasgenootjes en zal er van alles over kunnen vertellen. Kinderen leren de cultuur van klas- en schoolgenootjes kennen, en door kennis ontstaat begrip en acceptatie. Door kennis van andere culturen kunnen kinderen overeenkomsten zien tussen religies en feesten, door het specifiek te vieren ervaren ze het ook. De ervaringen van de feesten maakt het kind bewuster hiervan, dan als ze er alleen van horen (van den Berg, 2007).

Vieringen en religieuze feesten hebben vaak een thema, en bij verschillende feesten is dat hetzelfde. Pasen en Holi bijvoorbeeld hebben als thema een lentefeest te zijn. je kunt deze feesten gebruiken om de lente te introduceren of het feest als onderdeel gebruiken voor het thema. Kinderen leren dan verbanden zien tussen de religies, maar ook met begrippen die bijvoorbeeld bij de lente en Pasen horen. Ze zien ook dat feesten te maken kunnen hebben met seizoenen en de tijd van het jaar (Nijenhuis 2007).

Het is belangrijk als ouder en bijvoorbeeld als leerkracht na te denken over hoe jij vroeger als kind bepaalde feesten ervaren hebt. Het is belangrijk na te denken wat jou aangesproken heeft; welke verhalen zijn verteld, welke gewoonten ken je nog enzovoorts. Op deze manier versterk je een gevoel van identiteit bij kinderen. De terugkerende gebruiken zullen kinderen helpen bij het herkennen van bijzondere dagen in het jaar. Hierbij vooral gericht op de feestdagen. Het is hierbij belangrijk dat er veel aandacht wordt besteed aan de boodschap van de feestdag, zodat de kinderen hier bewust over nadenken (Lous, 2008).

Bronnen

Abhilash (2007). Hindu Blog. Gevonden op 13 november 2009, bron http://www.hindu-blog.com/2007/09/pitru-paksha-shraddh-in-2007-annual.html .

Berg, B. van den (2007) Geloof je het zelf?! Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Christelijke feestdagen. (2007). Jezus neemt afscheid van zijn leerlingen, gevonden op 8 oktober, 2009, bron http://www.eo.nl/thema/christelijkefeestdagen/hemelvaart/page/Hemelvaart__Jezus_neemt_afscheid_van_zijn_leerlingen/articles/article.esp;jsessionid=CA200F819133CECCE7B4722DEE937D65.mmbase02?article=8522971.

Ganeri, A. (1997). Hindoeïsme. Baarn: Gooi en Sticht. 2e druk

Geredja Indjili Maluku. (2006). Paasverhaal. gevonden op 30 september, 2009, bron http://www.kerkgim.nl/magim/magim/paasverhaal-2007.html.

Isselinge Hogeschool (2005). Boeddhisme, Een praktische levenswijze. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.iselinge.nl/Scholenplein/pabolessen/01022cgodsdienst1/pagina04-boeddhisme.htm .

Klap. (2007). Het kerstverhaal; de geboorde van Jezus, gevonden op 30 september, 2009, bron http://www.klap.net/verhalen/GeboorteJezus.html.

Lous, T (2008). Van feest naar feest, kinderwerk. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.eo.nl/werkindekerk/8515208/8517349/page/Van_feest_naar_feest/articles/article.esp?article=8555722

Man van smarten. (2007). Liederen pasen, gevonden op 30 september, 2009, bron http://www.nieuwlied.nl/liederen/liederen/pasen/17-pasen/36-man-van-smarten.

Nijenhuis, M. (2007). Vieren kun je leren, (inter)religieuze feesten op de basisschool. Amersfoort: Kwintessens

Penney, S. (2000). Wereldgodsdiensten: Islam. Harmelen: Ars Scribendi BV. 2e druk.

Pinkelotje liederen. (2007). Pinkstervakantie, gevonden 1 oktober, 2009, bron http://www.pinkelotje.nl/pinkstervakantie.html#verhaal.

SamSam. (2008). Boeddhisme, gevonden op 7 oktober, 2009, bron www.samsam.net.

Schaik, P. van. (2008). Nederland 10 jaar verder Wereldland. PlanPlan producties.

SchoolTV (2009). Ramadan, gevonden op 13 november 2009, bron http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/index.jsp?site=site_eigenwijzer&item=2547917&nr=page_eigenwijzer_infoblokken

Stichting Interkerk. (2008). Pinksteren, gevonden op 1 oktober, 2009, bron http://www.pinksterfeest.nl/ .

Stuart, G.C. (2003). Joodse feesten en vasten. Uitgeverij Kok: Kampen.

ThinkQuest (2001) Ramadan, gevonden op 8 november 2009 http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla023/ramadan.htm

Volksverhalen Almanak, Het verhaal van het jaar in China; verhalen uit Pali. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.beleven.org/verhaal/het_verhaal_van_het_jaar_in_china..

Volksverhalen Almanak, De aap en de krokodil; verhalen uit het Pali, gevonden op 1 oktober, 2009, bron http://www.beleven.org/verhaal/de_aap_en_de_krokodil.

Vries, S., de. (2003). Hindoeïsme voor beginners. Amsterdam: Forum. 3e druk

Wereldfeesten Almanak (2008). Hemelvaart, bron: http://www.beleven.org/feest/hemelvaart, gevonden op 30 september 2009, Wereld Feesten Almanak.

Wereldfeesten Almanak (2008). Offerfeest, gevonden op 15 oktober 2009, bron: http://www.beleven.org/feest/id-ul-adha_het_offerfeest

Wereldfeesten Almanak (2008). Oud en nieuw in verschillende culturen, gevonden op 1 oktober, 2009, bron http://www.beleven.org/feest/boeddhistisch_nieuwjaar_theravada .

Wereldfeesten Almanak (2008). Ramadan, gevonden op 30 oktober 2009, bron: http://www.beleven.org/feest/ramadan

X-liedjes voor de onbekende. (2007). De dag der koning is gekomen. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.x-liedjes.nl.

X-liedjes voor de onbekende. (2007). Een weg naar vrede. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.x-liedjes.nl.

X-liedjes voor de onbekende. (2007). Een prachtig moment. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.x-liedjes.nl .

X-liedjes voor de onbekende. (2007). Het lied van de regenboog. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.x-liedjes.nl.

X-liedjes voor de onbekende. (2007). Midden in de winternacht. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.x-liedjes.nl.

X-liedjes voor de onbekende. (2007). Schijn op mij. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.x-liedjes.nl.

X-liedjes voor de onbekende. (2007). Stap voor stap. Gevonden op 7 oktober, 2009, bron http://www.x-liedjes.nl.

Extra feesten Jodendom

Bar Mitswa

Stuart (2003) vertelt het volgende over Bar Mitswa. Dit is de benaming voor het bereiken van volwassenheid voor jongens op de dag na hun dertiende, respectievelijk meisjes op de dag na hun twaalfde dag. Vanaf dat moment zijn ze ook religieus meerderjarig en worden ze erkend als een volwaardig lid van de joodse gemeente.

Een belangrijke traditie bij dit gebeuren is dat het kind een gedeelte uit de Thora moet voorlezen. Ter voorbereiding hebben de kinderen de geboden geleerd, zodat zij hun huis, lichaam en eten rein houden. De kinderen krijgen geschenken van familie en gasten.


Holocaustdag - Jom ha Shoa (27 Nisan, 21 april 2009, 11 april 2010)

Op deze dag worden de 6 miljoen Joden herdacht, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vernietigd. Door de Joden wordt de Holocaust echter Shoa genoemd. Dit, omdat Holocaust offer betekent. De Joden zien het niet als offer en noemen het daarom Shoa, wat vernietiging betekent. Zij doen dit voornamelijk uit respect voor de slachtoffers.


Joods Nieuwjaar – Rosj Hasjana (1 en 2 Tisjri, 19 en 20 september 2009, 9 en 10 september 2010)

Dit wordt gevierd op de eerste en tweede dag van de zevende maand: Tisjri. Men gaat op deze dag de jaren tellen, inclusief het sjabbatsjaar en het jubeljaar (Stuart, 2003). Deze dag geldt ook als de geboortedag en collectieve verjaardag van de mens. Zo zegt een Joods boek dat God op deze dag over iedereen die op deze wereld gekomen zijn oordeelt. De Joden wensen elkaar sjana tova (gelukkig Nieuwjaar). Thuis wordt het gevierd met een feestelijke maaltijd met veel zoetigheid.


Joodse besnijdenis – Briet Mila

Dit begon in de tijd van Abram. Hij liet zichzelf besnijden toen hij 99 jaar oud was. Volgens de traditie leidt het besnijden tot lichamelijke perfectie. Dit gebeurt op de achtste dag na de geboorte. Het gebeuren dient openbaar te gebeuren, dit omdat Joden zich niet moeten schamen om hun plichten uit te voeren. Is een kind op de Bar Mitswa nog steeds niet besneden, dan kan hij niet voorlezen uit de Thora. Het wordt gezien als een eeuwig verbond met de Schepper.


Vreugde der wet – Simchat Tora (23 Tisjri, 11 oktober 2009, 1 oktober 2010)

Op deze feestdag wordt er gedankt voor de Tora, de wetten in het Joodse geloof, die tevens de eerste 5 boeken zijn uit de Tenach. Op deze dag wordt dan ook veel aandacht geschonken aan deze dagen, door ze bijvoorbeeld te gaan bestuderen. In synagogen worden er feestpartijen gehouden, waarbij iedereen een Tora in de hand houdt. Er wordt met vlaggetjes gezwaaid en iedereen draagt zijn mooiste kleren.

Verhalen Lotenfeest

Verkleden met Poerim
Nili en Dana graaien in een kist met verkleedkleren. Af en toe hoor je ze goedkeurend mompelen. Ze halen iets uit de verkleedkist, houden het even omhoog en leggen het kledingstuk op de stoel die naast hen staat. "We hadden eigenlijk eerder moeten beginnen met kleren bij elkaar zoeken," zegt Nili. "Morgen is het al zover: de gekste dag van het jaar! De veertiende van de Hebreeuwse maand Adar." Dana luistert nauwelijks naar haar vriendin. "Wie was jij vorig jaar?" vraagt Nili. "Ester," antwoordt Dana en ze staart dromerig voor zich uit. "Hé, kijk eens." Nili houdt een paar doorzichtige lange handschoenen omhoog. "Lekker sjiek, past goed bij Wasti." Maar Dana zegt niks. "Hé, Dana, word eens wakker, jij ziet jezelf zeker al als koningin van Perzië door de straten lopen. Help liever zoeken, over een halfuur moeten we op school zijn met die verkleedkleren." Die middag lopen er op de school van Nili en Dana een heleboel deftige koninginnen rond. Er zijn ook koningen en voorname ministers. Er lopen zelfs mensen in vodden. En de meesters en juffen hebben rare maskers opgezet. De hele school staat op z'n kop. Als iedereen zit komt de juf van Nili en Dana naar voren. Elk jaar vertelt zij op de dag vóór het poerimfeest het verhaal over Ester en Mordechai. Want als die er niet waren geweest... hadden ze nu geen feest gevierd. "Mag ik jullie voorstellen," begint de juf, "aan de hoofdpersonen van mijn verhaal: koning Ahasveros, koningin Wasti, Mordechai, Ester en Haman." En terwijl ze dat zegt wijst ze de kinderen aan die verkleed zijn als Ahasveros, Wasti, Mordechai, Ester of Haman. "Hebben jullie allemaal je ratels bij je?" vraagt ze dan. "Je weet, dat als je de naam van Haman hoort, je zo hard mogelijk mag ratelen." "Lang geleden," begint de juf, "leefde er in het oude koninkrijk Perzië, in de hoofdstad Susan, een koning, die Ahasveros heette. Ahasveros was steenrijk en zijn land was ongelofelijk groot. Koning Ahasveros hield niet zo erg van regeren, dat liet hij het liefst over aan zijn ministers. Je hersens gebruiken... daar kreeg je alleen maar hoofdpijn van. Ahasveros hield meer van feesten. En natuurlijk hield hij ook veel van Wasti, de koningin. Eens gaf Ahasveros een feest van wel zeven dagen lang. Dat had je moeten zien. De mensen dronken uit gouden bekers, geen beker was gelijk aan de andere. En er was koninklijke wijn in overvloed! Toen de zeven dagen bijna om waren vroeg de koning naar koningin Wasti. Want hij wilde op de slotavond van het feest aan al zijn gasten laten zien hoe mooi zij was. Maar dat plannetje ging niet door. "Ben je helemaal betoeterd," schreef koningin Wasti hem op een briefje terug, "ik ben geen museumstuk waar je mee kunt pronken. Ik kom niet! Punt uit!" Oei, oei, dat het zou kunnen gebeuren, daar had de koning nooit aan gedacht. Eigenlijk had hij helemaal nergens aan gedacht, want daar krijg je alleen maar hoofdpijn van... Hulpeloos keek hij naar zijn eerste minister. "Weg met koningin Wasti," schreeuwde die, "u hebt een andere koningin nodig. Eentje die beter is dan zij!" En voordat Ahasveros er erg in had was Wasti uit het paleis gekieperd. Toen de koning de volgende dag wakker werd had hij een verschrikkelijke hoofdpijn. Te hard nagedacht misschien? Of te veel wijn gedronken? En waar was Wasti? "Koning wij zijn op zoek naar een nieuw koningin," zeiden de dienaren die hem hielpen bij het aankleden. Een nieuwe koningin? O, nee... Ahasveros kon zich wel voor zijn hoofd slaan, maar z'n hoofd deed al zo zeer. Waarom heb ik Wasti weg laten sturen? Nu ben ik helemaal alleen. Maar dat viel allemaal nogal mee... De eerste minister liet diezelfde dag nog een grote schoonheidswedstrijd uitschrijven in heel Perzië. Alle meisjes in heel het koninkrijk moesten eraan meedoen of ze wilden of niet. En weet je wie uiteindelijk won? Ester. Je gelooft het niet, maar Ester, het nichtje van Mordechai de jood, werd de nieuwe koningin van Perzië. En niemand, helemaal niemand aan het hof van Ahasveros wist dat zij een Jodin was. Ahasveros had ook geen tijd om daar met haar over te praten. Hij was van zijn hoofdpijn af en schreef uitnodigingen voor zijn volgende feest. Haman, de eerste minister, kon het koninkrijk wel zonder hem besturen. Maar... Haman was een schurk. Een grote schurk, die zijn hersens goed gebruikte. Hij bedacht allerlei manieren om net zo belangrijk als de koning te worden. En het liefst nog belangrijker. Op straat moest iedereen voor hem buigen. En in de hele stad was er maar één man die dat niet deed, Mordechai de jood, de neef van Ester, de koningin. Haman werd vreselijk boos op Mordechai en op alle joden in heel Perzië. Hij besloot om hen te laten doden. En hij wierp het poer, dat is het lot, om de datum van de uitroeiing te bepalen. Het lot viel op de dertiende dag van de maand Adar. Heel netjes vroeg Haman toestemming aan de koning om zo'n heel volk uit te mogen roeien. En de koning, die geen zin in nadenken en hoofdpijn had, gaf Haman zijn ring zodat hij zijn gang kon gaan en niet steeds aan de koning om toestemming voor zijn plannen moest vragen. Nu was alles geregeld en Haman stuurde zijn bevel tot uitroeiing van alle joden het hele land door. Toen Mordechai het bevel hoorde scheurde hij zijn kleren en kleedde zich in zak en as. Gehuld in vodden ging hij voor het paleis van koning Ahasveros zitten. Hij moest zo snel mogelijk Ester spreken. Zij was misschien niet voor niets koningin geworden. Wie weet kon zij haar volk helpen. Toen Ester uit het paleis naar buiten keek schrok zij enorm. Daar zat Mordechai, haar neef, gehuld in zak en as! Ester stuurde meteen haar bediende naar beneden. Ze wilde weten wat er aan de hand was. Mordechai vertelde hem alles over het bevel tot uitroeiing van alle joden. "Het werd tijd voor Ester," zo zei Mordechai, "om de koning te vertellen dat ook zij een Jodin was en hem te smeken haar volk te sparen." Toen Ester dit alles hoorde liet ze tegen Mordechai zeggen: "Ik riskeer mijn leven als ik zomaar naar de koning ga, maar ik zal het toch proberen. Verzamel alle joden uit Susan en vast voor mij. Eet niet en drink niet, drie dagen lang, nacht en dag. Op de derde dag zal ik naar de koning toe gaan, kom ik om dan kom ik om." Drie dagen lang baden de joden dat Ester succes zou hebben. Toen ging Ester naar koning Ahasveros. Die zat zich net een beetje te vervelen want hij had zojuist de laatste uitnodiging voor het volgende feest geschreven en hij voelde een lichte hoofdpijn opkomen. Toen hij Ester zag binnenkomen werd hij er niet vrolijker op. Hoe kan de koningin zomaar ongevraagd binnen komen lopen? Dat mag helemaal niet. En het laatste waar hij zin in had was wel om daarover na te denken. Hij wou al bijna zijn hand opsteken om te gebaren dat ze haar weg moesten brengen toen zijn nieuwsgierigheid het won van zijn hoofdpijn. "Ik wil u uitnodigen voor een feestje," zei Ester. "Een feestje ter ere van de koning. Komt u morgenavond samen met Haman, de eerste minister, bij mij eten?" Ester had niets beters kunnen zeggen. Dat was nu precies waar de koning zin in had. Eindelijk weer eens een feestje! En enthousiast riep hij uit dat Ester alles wat zij verlangde kon krijgen, al was het de helft van zijn koninkrijk. De volgende dag maakte Ester de feestmaaltijd klaar en 's avonds kwamen Haman en de koning bij haar op bezoek. Ahasveros werd zo vrolijk toen hij de feesttafel zag dat hij Ester opnieuw alles aanbood wat zij maar wenste. Al was het de helft van zijn koninkrijk. Ester zei dat alles wat zij verlangde was dat de koning en Haman nog eens bij haar zouden komen eten, de volgende avond. Want, zo dacht Ester, ik kan beter nog even wachten met mijn vraag. De koning moet zo goed mogelijk gestemd zijn en twee feestjes is beter dan één. En Haman, wat denk je dat die schurk dacht over de uitnodiging van de koningin? Hij dacht: zie je wel, ik ben nu bijna net zo belangrijk als de koning. En ik geloof warempel dat koningin Ester een beetje gek op me is. Waarom zou ze me anders uitnodigen? Toen Ahasveros, Haman en Ester de volgende avond voor de tweede keer bij elkaar zaten bood de koning Ester opnieuw alles aan wat zij wenste. Toen zei Ester dat zij verlangde dat haar leven en het leven van haar volk gespaard zouden worden. Ahasveros was stomverbaasd. Wat een gekke vraag. "Natuurlijk wordt jouw leven gespaard," riep hij uit. "Waarom zou ik jou iets aandoen?" Toen vertelde Ester Ahasveros dat zij Jodin was en dat Haman van plan was alle joden uit te roeien. Ahasveros werd verschrikkelijk kwaad toen hij dat hoorde. Het leek wel of zijn hoofd zou barsten. Maar dit keer trok hij zich niks van zijn hoofdpijn aan. Hij beval Haman op te hangen aan de galg die de schurk alvast voor Mordechai had klaargezet. En hij gaf zijn ring aan Ester en Mordechai zodat zij maatregelen konden nemen om de naderende uitroeiing van alle joden in het koninkrijk te stoppen. Zo werden de joden gered, dankzij de inzet van Ester en Mordechai, en zij organiseerden een groot feest om dit te vieren: het poerimfeest." Het verhaal is uit. De kinderen gaan naar huis. Dana en Nili hebben haast. Ze gaan thuis Hamansoren bakken voor het feest van morgen. In hun verkleedkleren lopen ze over straat. "Ik ga vroeg naar de synagoge morgenavond," zegt Dana, "want ik wil vooraan zitten, zodat ik alles goed kan verstaan." Nili lacht. "Je bedoelt zeker dat je niets wilt missen, zodat je elke keer als de voorlezer "Haman" zegt als eerste lawaai kunt maken." Dana knikt. "Reken maar dat je die ratel van mij erbovenuit hoort." "Dat wil ik nog wel eens zien," zegt Nili, "want ik ben er ook nog en ik kan heel hard stampen." "Nou tot ziens, koningin Ester. "Tot morgen, Wasti." En Dana en Nili zwaaien elkaar gedag op de hoek van de straat.

Lesidee Lotenfeest

Middenbouw: het maken van een masker

Benodigdheden:
- Gekleurd papier
- Vorm van een masker op papier voor iedere leerling.
- Lintjes en dergelijke om het masker mee te versieren.
- Lijm
- Schaar
- Touwtjes om het masker mee op te zetten.

Lesdoelen:

- De leerlingen maken kennis met Poerim.
- De leerlingen uiten hun creativiteit bij het maken van het masker.

Eventuele andere lesideeen:

- Onderbouw: het maken van een versimpelde versie van een masker.
- Bovenbouw: ook hierbij kan een leuk toneelstuk over worden gedaan.
- Bovenbouw: de leerlingen vatten het verhaal van Esther samen en schrijven dit over op een rol.

Lotenfeest – Poerim

Wat is de betekenis en inhoud van het feest?
Stuart (2003) beschrijft het verhaal van Poerim als volgt. Het boek begint met een groot feestmaal dat koning Ahasveros organiseert voor al zijn dienaren. Tijdens het feestmaal verstoot hij zijn koningin, doordat zij niet naakt wil poseren. De nieuwe koningin wordt de Joodse Hadassa (Esther). De onderkoning is Mordechai. Iedereen vereert hem, behalve de Joodse Haman. Daarom wil Mordechai alle Joden vermoorden. Haman koopt koning Ahasveros om: op de dertiende Adar moeten alle Joden zijn gedood en hun bezittingen buitgemaakt worden. Mordechai overtuigt Esther om de koning tegen te houden. Esther vraagt Mordechai ervoor te zorgen dat alle Joden met haar 2 dagen zullen vasten. Uiteindelijk vraagt Esther weer aan de koning om het leven van haar volk te sparen. Haman wordt ervoor aansprakelijk gesteld en eindigt aan de paal. De Joden krijgen toestemming om de Jodenhaters te doden op de dag dat eigenlijk zij zouden moeten worden vermoord. In het hele rijk zijn dat er 75.000 en hun huizen worden geplunderd. Esther 9: 22: Omdat dit de dagen waren waarop de Joden rust kregen van hun vijanden, en dit de maand was, die voor hen van droefheid veranderde in vreugd en van rouw in een feestdag, en om deze dagen te maken tot dagen van feestmaal en vreugde, waarop men elkander geschenken zou zenden en giften geven aan de armen.

Wat zijn de tradities, gewoontes en rituelen van dit feest?
Tijdens Poerim wordt in de synagoge voorgelezen uit een met de hand geschreven rol (megilla). De belangrijkste rol hierbij is de megillat Esther, een verhaal uit het boek Esther (Stuart, 2003). Het feest wordt uitbundig gevierd. Joden krijgen van kinds af aan het verhaal van Esther te horen. Het feest wordt gefeest met verkleedpartijen, feestmalen en met het elkaar zenden van geschenken. Jongens gaan gekleed als Mordechai en meisjes als Esther. Het wordt daarom ook wel gezien als een soort carnaval. Ook geef je giften aan de armen, zodat zij ook met het feest mee kunnen doen. Het gebruik van alcohol wordt geregeld. Men is verplicht op Poerim zo dronken te zijn dat men het verschil niet meer weet tussen ‘vervloekte Haman’ en ‘gezegende Mordechai’.

Lesidee
Verhalen

Lesidee Loofhuttenfeest

Middenbouw: Het maken van een soekka.

Benodigdheden:
- Stokjes, takjes en dergelijke om de tent mee op te bouwen.
- Bladeren van de bomen.
- Lijm
- Schaar
- Witte stencils
- Kleurpotloden en dergelijke.
- Verschillende soorten vruchten en groenten.

Lesdoelen:
- De leerlingen oefenen met technische instructies om een hutje te bouwen.
- De leerlingen maken kennis met het Loofhuttenfeest.
- De leerlingen werken goed samen.
- De hutten worden mooi versierd met vruchten en groenten.
-
Korte beschrijving van les:
Tijdens deze les wordt het verhaal ‘hutten bouwen’ verteld. De leerlingen hebben nu een idee wat het Loofhuttenfeest nu precies inhoudt. Er mag op gereageerd worden. De leerlingen worden nu door de leerkracht in groepjes verdeeld. Er mag gekozen worden of de leerlingen in een paar groepjes gezamenlijk een grote loofhut gaan maken of ieder voor zich een kleintje. Het is de bedoeling door middel van techniek een goede loofhut te maken, die bij de afsluiting versierd kan worden met tekeningen, groente en fruit.

Eventuele andere lesideeen:

- Onderbouw: tekeningen maken om een soekka mee te versieren.
- Middenbouw: het zingen van het liedje: 4 muurtjes en een dak van riet, meer is het niet.
- Onderbouw/Middenbouw: Is er een wandplaat aanwezig van een hut of dergelijke, laat de leerlingen dan voor de wandplaat een tafeltje neerzetten, waarbij ze dan de tafel gaan versieren.

Verhalen Loofhuttenfeest

Hutten bouwen

"Gaan jullie mee een hut bouwen?" roept Jaap tegen Ruth en Jan-Willem. "Mijn vader heeft een grote boom gesnoeid en de takken liggen nu achter in de tuin." De tuin van Jaap is groot en achterin staan veel struiken en bomen. "Hier," roept Ruth, en ze wijst op een open plaats achter de grote eik. "Nee joh," zegt Jaap, "dat valt veel te veel op. Het wordt toch zeker een geheime hut!" "Wacht dachten jullie hiervan," roept Jan-Willem vanuit de struiken. "Als we hier zitten kan niemand ons zien." Jan-Willem begint de bladeren weg te harken en stampt de aarde aan. Ruth haalt takken op. Jaap is al een touw aan het spannen van een boomstam naar een dikke tak. Daarover moeten straks de losse takken gelegd worden. Ruth probeert er vast één over het touw te leggen. De tak komt net zo hard weer omlaag. "Au!" brult Jaap en hij wrijft over een beginnende buil. "Dom kind, jij kunt helemaal geen hut bouwen," roept hij woest. "Ga liever met je poppen spelen." Nu is Ruth ook kwaad. "Omdat jij een jongen bent, denk je zeker dat je alles het beste kan! Als je maar weet, dat ik al heel vaak heb geholpen als onze soeka werd gebouwd." Jan-Willem en Jaap staren Ruth aan. "Als wat werd gebouwd?" "De soeka," zegt Ruth, "een hut. Wij bouwen er thuis elk jaar één." "Jullie bouwen thuis een hut? Waarom? En waar dan? Jullie hebben niet eens een tuin." Jan-Willem en Jaap kijken Ruth stomverbaasd aan. "Ach, mevrouw de huttenbouwer," zegt Jaap met een buiging, "kunt u er dan misschien voor zorgen dat we voortaan geen takken meer op ons hoofd krijgen." "Stik!" zegt Ruth, maar ze moet ook lachen. "Elk jaar als de zomer bijna voorbij is, bouwen wij een hut op het balkon en daar eten we dan, acht dagen lang," zegt Ruth. "Natuurlijk!" knikken Jan-Willem en Jaap, "gezellig zo op het balkon." "Dan is het feest," legt Ruth geduldig uit, "soekot, loofhuttenfeest. En zo'n hut noemen we een soeka. Nou, gaan we nog verder met onze hut?" Ze werken de hele middag door en de hut wordt steeds echter. Jaap heeft een hamer en spijkers gehaald om het bouwsel te verstevigen. Jan-Willem komt met een bezem die als steun voor het dak moet dienen. De dag is om voor ze er erg in hebben. De volgende morgen zijn ze al vroeg weer in de tuin. Ruth sleept twee autobanden mee. "Dat zijn mooie stoelen," zegt ze. Jaap heeft een oud kleed onder zijn arm en in zijn andere hand een kratje. Jan-Willem heeft alleen maar een idee. "Vannacht," roept hij opgewonden, "dacht ik ineens, dat we in de hut konden eten en misschien wel slapen. Net als Ruth op het balkon. Het mag van mijn moeder." Ze gaan hard aan het werk om de hut nog mooier te maken. Tussen de middag eten ze hun brood alvast in de hut. Jaap meldt, dat zijn ouders het goed vinden. Ook Ruth heeft toestemming om een paar nachtjes te kamperen. Die avond stappen ze met hun slaapzakken en drie zakken snoep de hut in. In de hut is het donker, maar als hun ogen wat gewend zijn zien ze pas goed, dat er allerlei gaten in het dak zitten. Je kunt zo de lucht zien en de sterren. Om hen heen ruisen de bladeren van de bomen. Het klinkt een beetje geheimzinnig, je gaat er vanzelf zachter van praten. "Die hut van jullie, slapen jullie daar ook in?" vraagt Jaap. "Vroeger wel," zegt Ruth, "tenminste, alleen de mannen en de jongens. Maar nu niet meer. En vrouwen en meisjes mogen er nu ook in om te eten." Jaap gaat rechtop zitten en stoot prompt zijn hoofd tegen de bezemsteel. Het dak schudt onheilspellend. "Hé, kijk je even uit!" bromt Jan-Willem vanuit zijn slaapzak. "Toch snap ik het niet," zegt Jaap, "waarom doen jullie dat nou, zo"n hut bouwen?" Ruth legt uit: "Tijdens het loofhuttenfeest denken we aan wat er heel lang geleden is gebeurd, toen het joodse volk uit Egypte was gevlucht. Onderweg, in de woestijn hadden ze geen huizen, ze leefden in tenten en hutten, die gemakkelijk opgebroken konden worden. Later, toen ons volk in Israël woonde en veel mensen boer waren, bouwden ze zulke hutten om tijdens de oogst in te wonen." "Maar jullie zitten toch niet meer in de woestijn of op het land?" "We doen het om niet te vergeten," zegt Ruth. "We vieren dat we vrij zijn en niet langer slaaf in Egypte en we laten ook merken, dat we blij zijn met de oogst." "Horen jullie dat?" zegt Jaap ineens. Het waait wat meer en het lijkt alsof de sterren niet meer zo helder schijnen. Het lijkt wel... het regent! "Ik word nat!" brult Jan-Willem. Aan alle kanten stroomt de regen nu naar binnen. Jan-Willem probeert uit zijn slaapzak te kruipen. "Mijn rits zit vast," piept hij net voor de hut instort. In het huis van Jaap gaan de lichten aan en even later staan zijn ouders naast de hut. Vlug worden de spullen bij elkaar gepakt en Jan-Willem tillen ze met slaapzak en al op. Binnen rond de keukentafel drinken ze met z"n allen warme thee. Buiten komt de regen met bakken uit de lucht. Het huttenavontuur is wel erg snel afgelopen! De volgende dag regent het nog steeds, maar Ruth vindt het niet erg, want haar oma komt op bezoek. Als de bel gaat, rent Ruth naar de deur om haar binnen te laten. "Weet je wat er gisteren gebeurde?" begint Ruth nog voordat oma haar jas uit heeft. "We hadden een hut gebouwd en toen we erin wilden gaan slapen, begon het te regenen en te waaien." Oma begint te lachen. "Dat doet me denken aan die keer dat mijn vader en broers in onze soeka... Maar wacht... eerst iedereen gedag zeggen." "Nou, het verhaal van dat loofhuttenfeest dus," begint oma. "Je moet weten, dat het vroeger allemaal anders ging dan nu. Ik woonde met mijn ouders, jouw overgrootouders, en met mijn broers in een klein dorpje ver weg in Rusland. Elk jaar op de dag na Grote Verzoendag begonnen we te bouwen aan onze loofhut. Er kwam een kar het erf oprijden vol met pijnboomtakken. De takken werden op de grond gekiept. Je kon al van een afstand de geur van hars en dennen ruiken. Als klein meisje klauterde ik altijd direct boven op die groene takkenberg. Mijn voeten zakten erin weg en het was een enorm gepiep en gekraak. "Wat sta je toch op die takken te springen?" riepen mijn broers. "Denk je soms dat het een hooiberg is? Die takken zijn voor de loofhut." We sleepten de takken naar het midden van het erf, waar de houten wanden voor de hut al klaarstonden. Met de takken maakten we er een dak op. Binnen in de hut was het koel en schemerig. Er drongen maar een paar straaltjes zonlicht naar binnen. Midden in de hut werden een lange tafel en een paar stoelen neergezet. Gewoon op de vochtige aarde. We hingen platen op in de hut en versierden hem zo mooi mogelijk. Als alles klaar was gingen wij op de banken liggen en keken naar het dansende zonlicht op de muur. Nu was het wachten op de loelav die de koster zou brengen." Oma tuurt even in de verte. Het is alsof ze weer terug is in haar geboortehuis. "De palmtak werd in een nis bij het raam gezet. Ik durfde hem niet goed aan te raken, want de punten zijn vlijmscherp. "Komt deze palmtak echt uit Jeruzalem?" vroeg ik aan mijn oudste broer. "En was het daar een boom of is het een tak die van een boom is afgebroken?" Mijn broer wist het ook niet, maar dat liet hij natuurlijk niet merken. Als oudste broer had hij een naam op te houden en dus verzon hij een verhaal: "Die heeft zichzelf uit de aarde losgerukt. Hij wilde wel eens weten wat er zoal in de wereld gebeurt. En op een nacht is hij bij ons op de vensterbank blijven liggen." Ik geloofde hem niet, maar wist niet hoe het wel zat. Tot ik veel later op het station de kratten zag staan waarin de palmtakken uit Jeruzalem waren verstuurd. Als mijn vader thuiskwam, gingen we allemaal om hem heen staan. Hij sprak de zegen uit, nam de loelav en zwaaide hem naar alle kanten. Daarna mochten mijn broers de loelav zegenen. De volgende dag gingen de mannen in de loofhut eten. Mijn moeder en ik mochten niet mee naar binnen, zo was dat toen. We bleven voor de hut staan en hoorden hoe vader kid-doesj, de zegen over de wijn, uitsprak. Dan mochten wij de schalen met eten door een kleine opening naar binnen schuiven. Het leek voor mijn broers in de hut net of dat eten zo uit de hemel kwam. Mijn moeder en ik moesten weer terug naar het echte huis. Ik vond het eigenlijk maar een treurig feest. Behalve die ene keer dus. Ik voelde me die dag echt heel zielig, omdat ik niet in de hut mocht. Plotseling hoorde ik een geruis buiten, uit de hut klonken kreten. Het was gaan regenen en waaien! En net als bij jullie, kon de hut daar niet goed tegen. "Breng ze maar vlug hun eten, dan kunnen ze tenminste het slotgebed zeggen!" riep mijn moeder. En zo draafden we heen en weer met alle schalen met eten, want ze moesten tot het slotgebed blijven zitten. Dat hoorde zo, je bleef in de hut tot het einde, ook als het regende. Ik moest er eigenlijk stiekem om lachen. Ineens klonk er een geweldige donderslag. Ik holde naar het raam om te kijken of de hut nog overeind stond. Mijn vader en de jongens kwamen hard hollend aangerend. Hun kragen opgeslagen tegen de regen, maar het hielp niet veel. Ze waren nat tot op hun hemd en ze hadden gewoon de hik van het vlugge eten. Stukken natte versiering zaten op hun hoofd en kleren gekleefd. Ze zagen er niet uit! De hut was er niet best aan toe, maar die moest na een paar dagen toch afgebroken worden. En mijn vader en mijn broers hebben nog wel twee dagen lopen niezen en proesten. Wat een vreemd loofhuttenfeest was dat!" Ruth moet er ook om lachen, dan vraagt ze: "Oma, kom je naar onze hut kijken? Het is nu droog buiten, misschien kunnen we hem weer opbouwen." Bij de hut, of wat daar van over is, staan Jaap en Jan-Willem al te kijken. "Hebben jullie daarin geslapen?" vraagt oma verbaasd. "Nou, eigenlijk niet, want voor we sliepen was het al een puinhoop," zegt Ruth. Ruth klautert op het stapeltje takken. Ze springt op en neer. Het is een enorm gepiep en gekraak. "Zo, oma?" vraagt ze. Oma springt tot verbazing van Jaap en Jan-Willem ook op de takken. "Ja, zo!" zegt oma, "maar dan minder nat." De jongens kijken Ruth niet-begrijpend aan, maar die lacht alleen maar. "Misschien vertel ik het nog wel eens."

Loofhuttenfeest – Soekkot

Wat is de betekenis en inhoud van het feest?
Stuart (2003) symboliseert een loofhut als de voorlopigheid en eindigheid van het menselijk bestaan. Volgens de vertelling woont Israel een week lang in een loofhut. Dit, als herinnering aan de 40 jaren dat het door de woestijn trok, op weg naar het Beloofde Land. Het dak van een loofhut is gemaakt van plantaardig materiaal, bijvoorbeeld takken en bladeren, het is wel belangrijk dat ze van de bom zijn afgesneden of gehakt. Ook moet er in de loofhut schaduw zijn, maar wel moet je door het dak de hemel kunnen zien.

Wat zijn de tradities, gewoontes en rituelen van dit feest?
De voorbereidingen voor dit feest beginnen direct na Grote Verzoendag. In principe kan het Loofhuttenfeest alleen gevierd worden als je ook Joods Nieuwjaar en Grote Verzoendag hebt gevierd. Een van de belangrijkste tradities tijdens dit feest is het maken van een soekka (loofhut), vooral met kinderen. Deze kan dan ook versierd worden met bijvoorbeeld tekeningen. Tijdens de tocht naar het Beloofde Land was Israel geestelijk afhankelijk van God en door Hem ook materieel verzorgd. Dat wordt gevierd door het zeven dagen per jaar tastbaar, voelbaar en zichtbaar te maken. Men slaapt er, bidt er, woont er en eet er. Tijdens dit alles wordt gelezen uit het boek Prediker (tegendeel van de rijke dwaas). Wanneer je aangekomen bent in het Beloofde Land is het belangrijk terug te denken aan het feit dat het zonder God niet was gelukt.

Lesidee
Verhalen

Liedjes Wekenfeest

Liedje om te zingen: Voor wie gelooft
Vele nachten lang,
Klonk ons gebed in stilte door
Zongen wij een hoopvol lied
Zo vurig als de zon

Nu zijn we niet meer bang
Al volgt ons volk een moeizaam spoor
T’volk verzet de bergen
voor het eerst dat het dat kon

Ooit wordt het wonder waar
Voor wie geloofd
Ons hoopvol vuur wordt nooit gedoofd
Verwacht dat wonder maar
Hef trots het hoofd
Geloof, dan is het wonder daar
Voor waar voor wie geloofd

Angst had ons verlamd
Want ons gebed leek onverhoord
Ook pas als een vogel die vervaagde in de mist
Nu is een vuur ontvlamd
En moedig hoopvol stap ik voort
Spreek ik woorden
waarvan ik niet wist dat ik ze wist

Ooit wordt het wonder waar
Voor wie geloofd
Ons hoopvol vuur wordt nooit gedoofd
Verwacht dat wonder maar
Hef trots het hoofd
Geloof, dan is het wonder waar
Voor waar voor wie geloofd (Kindje)

Ooit wordt het wonder waar
Voor wie geloofd
Ons hoopvol vuur wordt nooit gedoofd
Verwacht het wonder waar
Hef trots het hoofd
Geloof, dan is het wonder waar
Voor waar voor wie geloofd
Voor waar voor geloofd

Kijk, kijk naar jouw volk Mozes, ze zijn vrij!

Verhalen Wekenfeest

Verhaal: Verschijning van de Heer op de Sinai (De Tien Geboden)
Het Bijbelverhaal over Mozes en de Tien Geboden (Exodus 19:1-20:21) In de derde maand, op precies dezelfde dag dat ze uit Egypte waren weggetrokken, kwamen de Israëlieten in de Sinaiwoestijn. Ze waren vanuit Refidim verder getrokken en in de Sinaiwoestijn gekomen. Daar sloegen de Israëlieten hun kamp op, vlak bij de berg, Mozes ging de berg op, naar God. De Heer riep hem vanaf de berg toe: "Zeg tegen het volk van Jakob, laat de kinderen van Israël weten: "Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij heb gebracht. Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken - want de hele aarde behoort mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk." Breng deze woorden aan de Israëlieten over." Mozes ging terug, riep de oudsten van het volk bijeen en deelde hun alles mee wat de Heer hem had opgedragen. En het hele volk antwoordde als uit één mond: "We zullen alles doen wat de Heer heeft gezegd." Mozes bracht het antwoord van het volk aan de Heer over, waarop de Heer tegen hem zei: "Ik kom naar je toe in een donkere wolk, dan kan iedereen het horen wanneer ik met je spreek en zullen ze voor altijd vertrouwen in je hebben." Toen Mozes de Heer vertelde wat het volk had geantwoord, zei de Heer hem ook: "Ga terug naar het volk en zorg ervoor dat ze zich vandaag en morgen heiligen, en laten ze hun kleren wassen. Bij het aanbreken van de derde dag moeten ze gereed zijn, want op die dag zal de Heer voor de ogen van heel het volk neerdalen op de Sinai. Geef aan tot waar het volk mag komen, en waarschuw hen dat ze de berg niet op gaan; zelfs de voet daarvan mogen ze niet betreden. Wie zich op de berg waagt, moet ter dood gebracht worden. Zo iemand mag met geen vinger aangeraakt worden; hij moet worden gestenigd of met pijlen doorboord. Of het nu mensen of dieren betreft, ze mogen niet in leven blijven. Pas als het geluid van een ramshoorn weerklinkt, mogen ze de berg op gaan." Weer ging Mozes naar beneden, naar het volk. Hij droeg hun op zich te heiligen en hun kleren te wassen. "Zorg ervoor dat u overmorgen gereed bent," zei hij, "en dat u in de tussentijd geen gemeenschap hebt met een vrouw." Op de derde dag, bij het aanbreken van de morgen, begon het te donderen en te bliksemen, er hing een dreigende wolk boven de berg, en zeer luid weerklonk het geschal van een ramshoorn. Iedereen in het kamp beefde. Mozes leidde het volk het kamp uit, God tegemoet. Aan de voet van de berg bleven ze staan. De Sinai was volledig in rook gehuld, want de Heer was daarop neergedaald in vuur. De rook steeg op als de rook uit een smeltoven, en de berg trilde hevig. Het geschal van de ramshoorn werd luider en luider. Mozes sprak, en God antwoordde met geweldig stemgeluid. De Heer was op de top van de Sinai neergedaald. Hij vroeg Mozes naar hem toe te komen, en Mozes ging naar boven. De Heer zei tegen Mozes: "Ga naar beneden en waarschuw het volk dat ze niet te dichtbij komen in de hoop de Heer te zien, want dan zullen velen van hen het leven verliezen. Ook de priesters, die gewoonlijk wel in de nabijheid van de Heer mogen komen, moeten op eerbiedige afstand blijven, anders zal de toorn van de Heer tegen hen losbarsten." Mozes antwoordde de Heer: "Het volk kan de Sinai niet op gaan. U hebt ons immers zelf bevolen de berg af te grenzen en als heilig te beschouwen." De Heer zei: "Ga naar beneden, en kom samen met Aäron weer terug. Maar de priesters en het volk mogen niet dichterbij komen, zij mogen de berg niet op gaan, anders zal mijn toorn tegen hen losbarsten." Mozes ging terug naar het volk en bracht hun dit over. Toen sprak God deze woorden: "Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de Heer, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. Misbruik de naam van de Heer, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de Heer, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de Heer de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de Heer de sabbat gezegend en heilig verklaard. Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de Heer, uw God, u geven zal. Pleeg geen moord. Pleeg geen overspel. Steel niet. Leg over een ander geen vals getuigenis af. Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort." Heel het volk was getuige van de donderslagen en lichtflitsen, het schallen van de ramshoorn en de rook die uit de berg kwam. Bij die aanblik deinsden ze achteruit, en ze bleven op grote afstand staan. Ze zeiden tegen Mozes: "Spreekt u met ons, wij zullen naar u luisteren. Maar laat God niet met ons spreken, want dan sterven we." Maar Mozes antwoordde: "Wees niet bang, God is gekomen om u op de proef te stellen en u met ontzag voor hem te vervullen, zodat u niet meer zondigt." En terwijl het volk op een afstand bleef staan, ging Mozes naar de donkere wolk waarin God aanwezig was. De Heer zei tegen Mozes: "Kom naar mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal ik je de stenen platen geven waarop ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten." Samen met zijn dienaar Jozua ging Mozes de berg van God op. Tegen de oudsten zei hij: "Wacht hier tot wij terugkomen, Aäron en Chur blijven bij u. Mocht iemand een uitspraak in een geschil willen, dan kan hij zich tot hen wenden." Terwijl Mozes de berg op ging, werd deze overdekt door een wolk: de majesteit van de Heer rustte op de Sinai. Zes dagen lang bedekte de wolk de berg. Op de zevende dag riep de Heer Mozes vanuit de wolk. En terwijl de Israëlieten de majesteit van de Heer zagen, als een laaiend vuur op de top van de berg, ging Mozes de wolk binnen en klom hij verder omhoog. Veertig dagen en veertig nachten bleef hij op de berg.

Lesidee Wekenfeest

Bovenbouw: Het beschrijven van de Tien Geboden.

Benodigdheden:
- Pen
- Schriftjes
- Gekleurd, groot papier

Lesdoelen:
- De leerlingen beschrijven wat de Tien Geboden voor hen betekenen.
- Zij versieren de Geboden op het grote papier en leren de betekenis ervan.
- De kinderen worden bekend met het verhaal van Mozes.

Korte lesbeschrijving:
Vertel de leerlingen dat ze gaan luisteren naar het verhaal van de Tien Geboden. Maak hierbij duidelijk dat wanneer ze de Tien Geboden horen, deze opschrijven in hun schriftje, het beste is dus om korte aantekeningen te maken. Let erop dat tijdens het voorlezen van het verhaal, moeilijke woorden worden uitgelegd, zodat de leerlingen prima mee kunnen luisteren. Na het verhaal bespreekt u deze. De kinderen krijgen de opdracht om een gekleurd papier uit te zoeken. Zij moeten hierop de Tien Geboden schrijven in hun eigen woorden. Daarna kunnen ze in steekwoorden erbij schrijven hoe zij hierover denken.

Eventuele andere lesideeen:

- Middenbouw/Bovenbouw: Gezamenlijk kaaspannenkoekjes maken. Ieder krijgt een andere taak, bijvoorbeeld 1 groepje bakt de pannenkoekjes, het ander groepje dekt de tafels en dergelijke.

- Middenbouw: Het versieren van het klaslokaal of de thematafel met groenten en fruit. De kinderen nemen allemaal wat groente en fruit en dergelijke mee en versieren hiermee de klas.


- Bovenbouw: Het bekijken van de film ‘ Prince of Egypt’. Aan de hand van het verhaal kan het verhaal ingeleid worden. Eventueel kan het ook na de film, zo is het voor de leerlingen visueel ondersteund.

- Bovenbouw: Het aanleren van het liedje: ‘Voor wie gelooft’. Dit liedje is een liedje uit de film ‘ Prince of Egypt’ en vertelt over het verhaal van de Tien Geboden en Mozes.

Wekenfeest – Sjavoeot

Wat is de betekenis en inhoud van het feest?
Sjavoeot en Pesach hangen onlosmakelijk samen (Stuart, 2003). Bij Pesach wordt het oogstseizoen ingeluid en op Sjavoeot, 7 weken later, wordt deze afgesloten. In Leviticus 23:10-11 en 15-16 staat: Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij komt in het land dat ik U geef, en de oogst daarvan binnenhaalt, dan zult gij de eerstelingsgarve van uw oogst naar de priester brengen, en hij zal de garve voor het aangezicht des Eeuwigen bewegen, opdat gij welgevallig zijt; daags na de sjabbat zal de priester die bewegen… dan zult gij tellen van de dag na de sjabbat, van de dag waarop gij de garve van het beweegoffer gebracht hebt; zeven volle weken zullen het zijn; tot de dag na de zwevende sjabbat zult gij tellen, vijftig dagen; dan zult gij een nieuw spijsoffer de Eeuwige brengen. Verder heeft God op Sjavoeot met Israël het verbond gesloten op Sinai. Mozes klom toen deze berg op en God openbaarde Zich daar. Mozes kreeg de Tien Geboden aangeboden.

Wat zijn de tradities, gewoontes en rituelen van dit feest?
Stuart (2003) vertelt over de viering van Sjavoeot. De synagogen en huizen worden versierd met bloemen en planten. Daar vindt iedere avond de omertelling plaats, dat geldt ook voor iedereen die thuis het avondgebed bidt. Ook wordt er voorgelezen uit het boek Ruth en ook de Tien Geboden komen aan bod. Thuis worden er vooral melkproducten gegeten. Populair zijn de kaaspannenkoekjes, die thuis gemaakt worden om daarna gezamenlijk op te eten.

Lesidee
Verhalen
Liedjes

Liedjes Pesach

Gedichtje:
Waarom is het vanavond niet als op alle andere avonden?
Want op alle andere avonden eten we gewoon
Brood of challe en soms ook nog matses
Maar vanavond…..alleen matses
Op alle andere avonden eten we allerlei soorten groenten
Maar vanavond….mierikswortel
Op alle andere avonden dopen we ons in het eten
Helemaal niet in
Maar vaanvond….zelfs twee keer!
Op alle andere avonden wordt er wat van
Gezegd als we niet allemaal netjes aan tafel zitten
Maar vanavond….leunen we allemaal!

Verhalen Pesach

Slaven in Egypte
Pesach is het Joodse paasfeest. Het begint dit jaar op de avond van woensdag 12 april en duurt 8 dagen. Pesach herinnert aan de uittocht uit Egypte onder leiding van Mosjé, Mozes. Want lang geleden waren Joden slaven. De farao liet ze de hele dag hard werken onder de brandende zon. Ze moesten tichelstenen maken en twee steden bouwen. Maar het werd nog erger. Omdat hij bang was dat het Joodse volk te groot zou worden, gaf de farao opdracht om alle pasgeboren jongetjes in de Nijl te gooien. Natuurlijk probeerden ouders hun zoontjes te verstoppen. Een moeder legde haar kindje in een mandje, dat ze tussen het riet aan de oever van de rivier zette. Het mandje dreef weg op het water, en werd gevonden door de dochter van de farao. De dochter had medelijden met het jongetje en nam hem mee naar het paleis. Ze noemde hem Mosjé (Mozes). Dat betekent: ‘Ik heb hem uit het water gehaald’. Deze plaat is een soort stripverhaal uit een oude Hagada. Op de achtergrond zie je dat het mandje met Mosjé in de Nijl wordt gelegd. (Let op zijn moeder, die wanhopig haar armen ten hemel heft.) Dan zie je hoe hij het mandje op het water meedrijft. Daarna zie je dat Mosjé wordt gevonden. De dochter van de Farao draagt een kroontje. Toen Mosjé groot was geworden, woonde hij een tijd in de woestijn. Op een keer zag hij daar iets vreemds. Er stond een struik in brand. Mosjé zag de vlammen en de rook, maar de struik zelf verbrandde niet. Ineens hoorde hij de stem van God: ‘Mosjé, ga terug naar Egypte en zeg tegen de farao dat hij het Joodse volk moet laten gaan!’ Mosjé ging naar de farao toe en vertelde hem dat hij het Joodse volk moest laten gaan. En dat er anders verschrikkelijke dingen zouden gebeuren. Maar de farao wilde niet luisteren. Toen kwamen er 10 plagen over Egypte: bloed, kikkers, kriebelbeestjes, wilde dieren, veepest, huiduitslag, hagel, sprinkhanen, duisternis, sterfte eerstgeborenen. Na de tiende plaag luisterde de farao. Eindelijk besloot hij om de slaven vrij te laten. De Joden moesten zo snel vertrekken, dat er niet eens tijd was om het deeg voor het brood te laten rijzen. Toen bakten ze er maar platte, ongerezen broden van: matses. De farao kreeg spijt en stuurde het Egyptische leger met 600 strijdwagens achter de Joden aan. Alle mensen waren bang: achter hen waren de Egyptenaren, en voor hen was het water van de Rietzee. Maar Mosjé hield zijn staf boven het water en er gebeurde een wonder. De wind blies het water weg en er ontstond een pad dwars door de zee. Daarover liep het Joodse volk naar de overkant. Eindelijk waren ze geen slaven meer. Ze waren nu vrije mensen, op weg naar hun eigen land. Ter herinnering aan de uittocht uit Egypte eten Joden op Pesach geen gewoon brood, maar matses, een soort crackers. Omdat er geen gist in zit, kunnen matses niet rijzen en blijven ze plat. Matses herinneren aan de uittocht uit Egypte. Ze worden het brood van de ellende en de armoede genoemd. Tegelijkertijd zijn ze een symbool van vrijheid. Brood, of iets anders waar meel of graan of gist in zit, heet chameets. Op Pesach eten Joden niets waar chameets in zit. Het woord wordt meestal vertaald met ‘gezuurd’ of ‘gerezen’. Niet alleen brood is chameets, maar ook spaghetti, ontbijtkoek, muesli en veel meer soorten voedsel. Zelfs dropjes of vla! Want ook daar zit tarwemeel in. In de maand voor Pesach wordt het huis goed schoongemaakt. In keukenkastjes, schooltassen, onder de bank, in bed: overal wordt gekeken of er iets ligt wat chameets is. Als zeker is dat er nergens meer een kruimeltje ligt, komen de speciale keukenspullen en het servies tevoorschijn voor Pesach. Eten klaarmaken zonder meel of granen is best moeilijk. Maar gelukkig zijn er veel recepten voor, zoals chocolade-matsetaart of gremsjeliesj (kleine koekjes van verkruimelde matse, kaneel, suiker en rozijnen). De avond voor Pesach is het de gewoonte om het huis door te lopen met een veer en een brandende kaars. Er wordt nog eens goed gekeken of er per ongeluk nog chameets ligt. Sommige families verstoppen expres wat chameets, wat de kinderen moeten vinden. Zo kun je weten dat er echt goed is gezocht! De eerste twee avonden van Pesach zijn heel bijzonder. Ze heten ‘Sederavond’. Iedereen komt bij elkaar om samen te vertellen, te vragen, te zingen en te leren over Pesach en wat het betekent om Joods te zijn. Op Sederavond is de tafel heel mooi gedekt. Op de ereplaats in het midden staat de Sederschotel. Het is een groot versierd bord met bakjes. Daarin liggen dingen die je niet zou verwachten. Wat doet een radijsje daar, of een stuk mierikswortel? En wat is dat rare bruine goedje? Er ligt zelfs een bot op en een ei dat aan één kant een beetje geschroeid is. Waarom is dat? Het is juist de bedoeling dat je dat vraagt, want alle voorwerpen op de Sederschotel hebben te maken met het verhaal van Pesach.