maandag 1 februari 2010

Kalender



Geel: Boeddhisme
Groen: Jodendom
Paars: Christendom
Roze: Islam
Blauw: Hindoeïsme

Handleiding kalender

De kalender is gemakkelijk te gebruiken. U ziet steeds per maand aangegeven welke feesten er zijn. Aan de kleur kunt u dan zien bij welke religie het feest hoort. Aan de hand van deze kennis kunt u de bijhorende label aan de linkerkant aanklikken en vervolgens ziet u alle feesten van deze religie. U kunt dan uit het lijstje met feesten, het desbetreffende feest aanklikken. Per feest zijn er dan ook links te vinden naar het lesidee, de verhalen en liedjes.
Veel succes en plezier hiermee.

Golev onderzoek

Achter deze link is het hele onderzoek te lezen

Inleiding

Voor het vak Godsdienst Levensbeschouwing hebben wij ervoor gekozen om ons onderzoek te richten op de religieuze feestdagen. Ons doel is om een overzichtelijke kalender te maken die op vele scholen bruikbaar is. In deze kalender is allerlei bruikbare informatie te vinden die je in onze huidige, multiculturele samenleving eigenlijk eigen zou moeten zijn. Om hier aandacht aan te kunnen besteden, hebben wij er dan ook voor gekozen om een kalender op te stellen. Door deze kalender op basisscholen te gebruiken, kan je als leerkracht makkelijker aandacht besteden aan het religieuze feest. Dit is naar onze mening erg belangrijk, omdat er veel verschillende religies aanwezig zijn op basisscholen. Als leerkracht kun je de leerlingen aan de hand van de informatie van de kalender vertellen over de achtergrond van het feest, maar je kunt dit uiteraard ook lezen om zelf een bepaalde basiskennis te krijgen. Je krijg kennis over de rituelen en tradities en kan hier dan ook wat mee doen in de klas. Bij de feesten zijn lesideeen beschikbaar die zeker goed uit te voeren zijn. Ook zijn er verhalen op kindniveau aanwezig die je voor kunt lezen in de klas om op deze manier de kinderen kennis te geven over het religieuze feest. Als activiteit zitten er bij ieder feest ongeveer twee liedjes, die geven indirect ook veel informatie over de achtergrond en de kenmerken van de religieuze feesten.

Waarom vieren en gedenken met kinderen?

Feest en vieringen vieren op school is erg lastig met het altijd drukke lesprogramma op een school. Maar toch, feest vieren hoort bij mensen. Als onderdeel van de samenleving ben je als persoon, dus ook als kind, in een bepaald ritme gekomen waarin ook feesten de normaalste zaak van de wereld zijn. Door met elkaar te feesten, ontstaat er een verbondenheid tussen de mensen. De mensen komen met elkaar in contact en voelen een verbondenheid.
Maar waarom zou je het vieren op school? Het vieren van feesten en vieringen doorbreekt de sleur van het dagelijkse ritme. Door het breken van het overvolle lesprogramma, en stilstaan bij een gebeurtenis, kan de kracht van een viering zitten (van den Berg, 2007).

Kinderen proberen de wereld te omvatten in spel en rituelen en proberen de rol van volwassenen uit te beelden en emoties uit te drukken. Dit lijkt naarmate ze ouder worden af te nemen, maar de behoefte aan een rituele en symbolische verbeelding blijft bestaan. Ook de oudere leerlingen willen graag meedoen in het spel en met elkaar delen. Kinderen leren graag van elkaar, en horen graag over rituelen en symbolen, zodat ze er iets van voor kunnen gaan stellen. Verder is feest vieren voor kinderen iets heel belangrijks, het is namelijk voor hen een van de mooiste dingen die er is. De beleving van de feesten is voor kinderen erg intens. Ze merken dan met hart en ziel dat ze bij een groter geheel horen. De kinderen leven vaak naar feesten toe en tellen de dagen af tot het feest daadwerkelijk plaatsvindt. Ook het plezier en het scheppen van een band zijn redenen om feesten en vieringen met de klas of school te vieren. Die band die geschept wordt, zorgt voor tegenwicht in de steeds meer naar individualisme neigende samenleving. Vieringen zorgen voor het inspireren van kinderen op het gebied van creativiteit, muzikaliteit, fantasie en expressiviteit. Al deze aspecten komen terug in een feest en kunnen worden behandeld als je het op school viert. De kinderen raken betrokken bij gebeurtenissen die daadwerkelijk plaatsvinden. Ze leren vragen stellen en kunnen emoties delen en gaan verklaren, bij het ervaren van een feest of een viering. Een feest of een viering heeft vaak betrekking tot religies of symbolen. Kinderen vinden het spannend om te ontdekken wat bepaalde rituelen of symbolen betekenen, en kinderen gaan op onderzoek uit en leren over een andere cultuur. Het prikkelt hun voorstellingsvermogen en hun fantasie, waarbij steeds weer nieuwe vragen naar boven komen (Nijenhuis, 2007).
Niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen is vieren, herdenken en gedenken erg belangrijk. Je doet dit namelijk met een reden.

Het vieren van feesten en vieringen worden op verschillende manieren gedaan (Lous, 2008). Het hangt af van de religie, het feest en uiteraard van het gezin zelf. Iedereen heeft namelijk zijn of haar eigen gewoonten en rituelen. Bij de feestdagen zijn dan ook vaste tradities en rituelen die voor onder andere kinderen herkenbaar worden. Zij tonen oprechte interesse in de tradities door te vragen naar de reden waarom deze tradities en rituelen gedaan worden. Bij het vieren op school moet je met enkele dingen rekening houden, om een zo goed mogelijk resultaat te behalen. Door het kind goed bij het feest te betrekken, krijgt het feest extra glans. Het kind kan op deze manier zichzelf zijn en zo zullen zij geloof, hoop en liefde extra ervaren. Zij zien dat er veel liefde om hen heen is, ze komen namelijk samen met onder andere familie en ervaren de verbondenheid. Ook is er op momenten zoals op feesten vaak een positieve sfeer, wat voor veel mensen en dus ook voor kinderen een teken van hoop is. Bijvoorbeeld met Kerstmis wordt het vredig samenleven gestimuleerd, op deze manier krijgen mensen hoop dat er toch vredig samengeleefd kan worden op de wereld. Ook zie je bijvoorbeeld duidelijk in bepaalde liedjes delen van deze elementen terug. Denk aan het liedje “lang zal hij leven” dat op een verjaardag gezongen wordt. Dit geeft aan dat er nog een hele toekomst voor ons ligt. Ook kinderen zullen dit ervaren. De betrokkenheid van de kinderen en samen organiseren van het feest is dus zeker van belang. Verder is het ook belangrijk dat je als leerkracht een goede persoonlijke inbreng hebt. Kinderen kijken altijd op tegen de leerkracht, en als de leerkracht een feest met de kinderen wil delen, zullen zij daar graag aan mee willen doen. Zij zullen extra hun best doen en zich proberen te identificeren met de leerkracht. Ze zullen hun eigen ervaringen dan gemakkelijker willen vertellen en de emoties delen, dan als de leerkracht alles passief beleeft. Ook is het belangrijk dat de leerkracht voor zichzelf weet, wat hij wil gaan bereiken met de viering, en weet waar het om gaat. Hij moet zorgen dat zijn doelstellingen niet voorbij worden geschoten door het enthousiasme van hem en van de kinderen. Zorg voor een duidelijke afbakening van het onderwerp (van den Berg, 2007).

Doordat veel feesten religieus getint zijn zullen de kinderen bewust stil staan bij hun religie en geloofsovertuiging. Zij zullen zich onderdeel van een bepaalde religie voelen, doordat zij op die dag duidelijk betrokken worden bij de tradities van een bepaalde religie. Niet alleen het kind met die religie leert dan van het feest, maar ook de andere kinderen leren hierdoor. Ook is belangrijk voor een kind dat zijn feest dat hoort bij zijn religie, gehoord, gekend en geaccepteerd wordt. Het kind wil dit graag delen met zijn klasgenootjes en zal er van alles over kunnen vertellen. Kinderen leren de cultuur van klas- en schoolgenootjes kennen, en door kennis ontstaat begrip en acceptatie. Door kennis van andere culturen kunnen kinderen overeenkomsten zien tussen religies en feesten, door het specifiek te vieren ervaren ze het ook. De ervaringen van de feesten maakt het kind bewuster hiervan, dan als ze er alleen van horen (van den Berg, 2007).

Vieringen en religieuze feesten hebben vaak een thema, en bij verschillende feesten is dat hetzelfde. Pasen en Holi bijvoorbeeld hebben als thema een lentefeest te zijn. je kunt deze feesten gebruiken om de lente te introduceren of het feest als onderdeel gebruiken voor het thema. Kinderen leren dan verbanden zien tussen de religies, maar ook met begrippen die bijvoorbeeld bij de lente en Pasen horen. Ze zien ook dat feesten te maken kunnen hebben met seizoenen en de tijd van het jaar (Nijenhuis 2007).

Het is belangrijk als ouder en bijvoorbeeld als leerkracht na te denken over hoe jij vroeger als kind bepaalde feesten ervaren hebt. Het is belangrijk na te denken wat jou aangesproken heeft; welke verhalen zijn verteld, welke gewoonten ken je nog enzovoorts. Op deze manier versterk je een gevoel van identiteit bij kinderen. De terugkerende gebruiken zullen kinderen helpen bij het herkennen van bijzondere dagen in het jaar. Hierbij vooral gericht op de feestdagen. Het is hierbij belangrijk dat er veel aandacht wordt besteed aan de boodschap van de feestdag, zodat de kinderen hier bewust over nadenken (Lous, 2008).