In de l
aatste maand van het moslimjaar vieren moslims ‘Ied-al-adha’, het Offerfeest, dat ook wel ‘het grote feest’ of ‘feest van Ibrahim’ of ‘Schapenfeest’ wordt genoemd. Moslims vieren dit feest, bij voorkeur in Mekka. Maar ook de thuisblijvers vieren het feest, waarbij ze deelnemen aan gezamenlijke gebedsdiensten. Als men het enigszins kan betalen, slacht men een offerdier, bij voorkeur een schaap of een geit.Voor de hele moslimgemeenschap, verspreid over de wereld, is het een feest om mee te voelen met de pelgrims. Tegelijkertijd is het voor iedere moslim een uiting van zijn individuele geloofsbeleving (WereldFeestenAlmanak, 2008). Het Offerfeest is een herdenking van het offer van Ibrahim (te vergelijken met het verhaal van Abraham in christendom en Jodendom). Het verhaal vertelt dat aan Ibrahim, stamvader van de moslims via zijn zoon Ismaël, door God werd gevraagd te offeren wat hem het dierbaarst was. Ibrahim, die rijk aan bezittingen was, maar slechts één zoon had, van wie hij erg veel hield, begreep dat God de beschikking had over leven en dood. Ook begreep hij dat God hem niets kon vragen, dat zondig was. Hij was er, hoeveel moeite het hem ook kostte, toe bereid zijn zoon te offeren, want die was hem het liefst. Vlak voordat Ismaël geofferd zou worden, verscheen de engel Djibriel. Deze vertelde Ibrahim dat de opdracht volbracht was, en dat hij de beproeving had doorstaan. In de omgeving vond Ibrahim een ram, die vervolgens werd geofferd. Zo maakte Allah aan Ibrahim duidelijk dat hij geen mensenoffers wil, maar gehoorzaamheid.
Moslims die op hadj gaan en/of het Offerfeest vieren, maken eigenlijk de reis van hun stamvader Ibrahim opnieuw. Zij willen zijn zoals hij, overgegeven aan Allah. Door het offeren van dieren drukken zij hun dankbaarheid uit voor het feit dat zij Allah mogen dienen.
Wat zijn de tradities, gewoontes en rituelen van dit feest?
Penny (2000) beschrijft dit als volgt. Het belangrijkste deel van de viering van Ied al-Adha is het offeren van een dier, een schaap, een geit, een koe of een kameel. Een moslimman heeft de plicht een dier zo te doden dat het niet lijdt, en ervoor te zorgen dat het vlees halal is. De kop moet richting Mekka liggen en de vier ‘aderen’ (twee bloedvaten, de slokdarm en luchtpijp) moeten met één haal worden doorgesneden, waarbij het hoofd er niet af mag. Het vlees van het geofferde dier wordt verdeeld en een derde wordt altijd aan de armen gegeven. In Nederland gebeurt het rituele slachten in door de gemeente aangewezen plekken, meestal in het stedelijk slachthuis. Het Offerfeest is het belangrijkste feest van de Islam. In de Islamitische landen zijn bedrijven en scholen dicht. Het offerfeest maakt deel uit van de Hadj, dit is de bedevaartstocht naar Mekka (één van de vijf zuilen). De pelgrims lopen een tocht langs meerdere heilige plekken die geassocieerd worden met de profeten Ibrahim en Mohammed. Op de tiende dag van de bedevaart offert de pelgrim een dier. De moslims die niet in staat zijn om deze tocht te lopen, slachten wel een dier.
Lesidee
Verhalen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten